Vertrek in het spoor van Sint-Joris en de draak langs de kenmerkende plekken van het architecturale en artistieke erfgoed van Mons.
De “Doudou”, zoals men de feestelijkheden die plaatsvinden in Mons tijdens het weekend van Drievuldigheidszondag gewoonlijk noemt, vindt zijn oorsprong in de 19de eeuw. Met groeiend enthousiasme brengt het evenement, dat in 2005 erkend werd door de Unesco, elk jaar duizenden deelnemers op de been rond vier belangrijke momenten: het afnemen van het Schrijn van Sint-Waltrudis, de eeuwenoude processie, het uitrijden van de Gouden Koets en de het gevecht met de naam Lumeçon. Het enthousiasme en...
De “Doudou”, zoals men de feestelijkheden die plaatsvinden in Mons tijdens het weekend van Drievuldigheidszondag gewoonlijk noemt, vindt zijn oorsprong in de 19de eeuw. Met groeiend enthousiasme brengt het evenement, dat in 2005 erkend werd door de Unesco, elk jaar duizenden deelnemers op de been rond vier belangrijke momenten: het afnemen van het Schrijn van Sint-Waltrudis, de eeuwenoude processie, het uitrijden van de Gouden Koets en de het gevecht met de naam Lumeçon. Het enthousiasme en de participatieve dimensie van het publiek, de investering van honderden mensen die er het hele jaar door voor zorgen dat het erfgoed kan blijven bestaan, de overdracht van generatie op generatie die in het bijzonder geconcretiseerd wordt door de Petit Lumeçon, werden benadrukt door de Unesco als zijnde Oraal en Immaterieel Erfgoed van de Mensheid in het kader van de rubriek stadsreuzen en drakenfiguren in processies in België en Frankrijk. Om deze erkenning blijvend te maken, zal het Musée du Doudou in de lente van 2015 haar deuren openen op een steenworp van de Grote Markt.
Met GPX / KML-bestanden kunt u de route van uw wandeling naar uw GPS exporteren (of ander navigatieprogramma)
Bezienswaardigheid
1Het Belfort
2
3De Sint-Waltrudishelling
4
5De Grote Markt
6De Sint-Elisabethkerk
7
1Het Belfort
Vanuit het park van het kasteel, met een prachtig weids uitzicht op de stad, begint onze jacht op de draak!
Het in 1999 door de Unesco erkende belfort van Mons, dat het enige barokke belfort van België is, is 87 meter hoog. Het belfort, dat opgetrokken is in baksteen en blauwe steen, herbergt een beiaard met 49 klokken waarvan de oudste dateren uit 1673. De beiaard, die uitgerust is met een mechanische raderkast, geeft ritme aan het dagelijkse leven van de inwoners van Mons: wanneer u goed oplet, hoort u elk kwartier een andere melodie. In de zomer en op herdenkingsdagen of feestdagen worden er ook concerten aangeboden, wat uiteraard ook het geval is ter gelegenheid van de Ducasse: in de straten van de stad weerklingen dan de vrolijke noten van de Doudou. Ga naar het park via de helling van het Kasteel. Onderaan de helling vindt u op de linkerkant de Jeugdherberg van Mons. Neem dan de rue des Clercs rechts van u en ga in de richting van de Sint-Waltrudiskerk.
Ga voor meer informatie naar www.beffroi.mons.be .
Het is hier in de Kapittelkerk van Sint-Waltrudis dat op de vooravond van Drievuldigheidszondag de rituele Ducasse van start gaat. Het Afnemen van het Schrijn is de eerste grote gebeurtenis in de rituele Ducasse.
Het schrijn herbergt de relikwieën van de heilige en wordt het hele jaar getoond boven het altaar in het koor van de Kapittelkerk. In 1250 werd het hoofd van het lichaam gescheiden om de toegang tot de relikwieën voor talrijke gelovigen te vereenvoudigen. Het hoofd wordt voorgesteld in de eerste kapel in de zuidelijke berm. De lijkwades die vroeger de relikwieën van de heilige omhulden worden vandaag bewaard in de schatkamer van de Kapittelkerk. Onder het orgel toont een kortfilm de hoogtepunten van de afname van het Schrijn en de processie. De Gouden Koets bevindt aan de noordkant.
De ceremonie gaat van start wanneer trompetgeschal, pauken en het orgel weerklinken in de Kapittelkerk. Tijdens dit bijzonder ritueel vertrouwt de Deken het schrijn van Sinte-Waltrudis toe aan de Burgemeester om deze in een stoet door de straten van de stad te dragen. Traditioneel vindt deze processie van de relikwieën van de heilige zijn oorsprong in een processie die de eerste keer uitging in 1349 om de epidemie van de pest die toen in Europa heerste, te bezweren. De ceremonie als een moment van luister en de vurigheid van Mons vond haar huidige vorm pas in 1962! Op het einde ervan weerklinken de tonen van de Doudou in de Kapittelkerk waar gelovigen en atheïsten samenkomen onder luid geschreeuw en applaus. Bij het verlaten van de Kapittelkerk daalt u de Sint-Waltrudishelling af en zult u merken hoe steil de helling wel is.
Op zondagmorgen wordt het schrijn van Sint-Waltrudis op de Goudens Koets geplaatst, een koets die dateert uit de 18de eeuw en getrokken wordt door zes paarden. Meer dan 1.800 deelnemers, vertegenwoordigers van de oude ambachtsgilden en confrérieën uit Mons, stappen door de stad. Op het einde van de Processie komt het schrijn opnieuw bij de Kapittelkerk aan. Daar volgt dan de beklimming met de gouden koets. Dit sleutelmoment van de rituele Ducasse is het punt waarop men de overgang maakt van het religieuze gedeelte van het evenement naar het profane gedeelde van de manifestatie. Zittend op vensters en daken drumt de menigte bijeen om dit unieke, emotionele moment te delen. Het geschreeuw neemt toe en met een algemeen enthousiasme duwen duizenden handen de Gouden Koets op de Sint-Waltrudishelling. De inzet is belangrijk: een legende wil dat de koets in één poging op de Helling geduwd moet worden om te voorkomen dat het onheil zich op de stad stort. In een tijdspanne van een twintigtal seconden bevindt de Gouden Koets zich op de top en een mensenzee komt ervan los om naar het gevecht te gaan kijken.
Keer dan terug naar de rue des Clercs.
4
Eens de beklimming met de Gouden Koets achter de rug is, kijkt de kortademige menigte in de rue des Clercs uit naar de aankomst van de draak. Om 12u25 speelt het belfort het lied van de Doudou, gevolgd door een eerste geweerschot van het brandweergarnizoen. Trommels en fanfares weerklinken en kondigen het dreigende gevecht aan. Aangemoedigd door het publiek troont Sint Joris de draak mee naar de Grote Markt. Tijdens deze afdaling roepen het publiek en de acteurs van de stoet, die ofwel chinchins zijn, een soort van “hond-paard”, trouwe metgezellen van Sint-Joris, ofwel duivels en mannen gekleed in bladeren, de handlangers van de draak zodanig dat de draak, die trilt onder de handen van de in het wit geklede mannen, nerveus wordt en geeft zijn eerste “nep” staartslag naar het publiek geeft. De aandachtige wandelaar merkt op het nummer 15 van de Rue des Clercs een bord dat doet denken aan de “chinchin”.
Wandel dan de rue des Clercs af en begeef u naar de Grote Markt, tegenover het Stadhuis.
5De Grote Markt
De relikwieën van Sint-Waltrudis zijn nog maar pas terug in de Kapittelkerk wanneer Sint-Joris zich klaar maakt om de draak te trotseren. Op de Grote Markt zijn duizenden mensen bijeengekomen rond de arena van zand, gretig om de geluksbrenger te bemachtigen die aan de staart van “het beest” hangt. Het publiek is in beroering en enthousiast terwijl de dappersten hun ellebogen gebruiken om de beste plaats te bemachtigen tijdens het gevecht. Na afloop van de minutieus in scène gezette avonturen wordt de draak, symbool voor de wanorde, geveld door Sint-Joris, die de orde herstelt. De enthousiaste menigte scandeert dan “Et les Montois ne périront pas! » (De inwoners van Mons zullen niet bezwijken). De toekomst van de stad is veilig gesteld... tot volgend jaar.
Het gevecht is het voorwerp van een omlijnd scenario, sinds de jaren 1970 uitgevoerd voor de aandachtige blik van het productieteam. De zondag erna vindt de Petit Lumeçon plaats op de Grote Markt. Duizenden kinderen komen samen en spelen het beroemde gevecht na. Het is een uitzonderlijk evenement van kinderen voor kinderen, dat zijn oorsprong vindt in het begin van de 20ste eeuw. Via dit evenement of onder andere vormen staan de kinderen centraal in de overdracht, wat onderstreept wordt door de Unesco in het kader van de Rituele Ducasse van Mons.
Op de Grote Markt doen verschillende elementen denken aan deze confrontatie. De internationaal gerenommeerde artiest Gérard Garouste heeft het duo vereeuwigd in een bronzen werk dat steunt op de trapleuning rechts van het Stadhuis. In het midden van de Grote Markt staat een cirkel in steen symbool voor de arena van het gevecht alsook voor de entiteiten die Grand Mons vormen. Links van het Stadhuis bevindt zich de Sint-Joriskapel waar de relikwieën van de heilige tot de Franse Revolutie in ondergebracht waren. Oorspronkelijk vond het gevecht in dit gebouw plaats, als hommage aan de heilige.
Steek dan de Grote Markt over en neem de rue de Nimy aan uw rechterkant, stap deze af tot bij de Sint-Elisabethkerk.
6De Sint-Elisabethkerk
De Sint-Elisabethkerk (18de eeuw), in de buurt van de Grote Markt, herbergt de relikwieën van de sleutelfiguur van het Lumeçon-gevecht: de ridder Sint-Joris. Deze martelaar, die afkomstig was uit Cappadocië (streek in het huidige Turkije) en vermoedelijk geleefd heeft in de 4de eeuw, was de inspiratie voor een universele legende die zich in de loop der eeuwen ontwikkeld heeft en zich over de hele wereld verspreid heeft, zij het met diverse betekenissen. In de 13de eeuw wordt de legende verteld door de kroniekschrijver en aartsbisschop Jacobus de Voragine in “De Gouden Legende”. In dit sprookjesverhaal komt Sint-Joris tegenover een draak te staan die de stad teisterde. In Mons moet men tot de 14de eeuw wachten om de eerste sporen van dit verhaal, dat tot op de dag van vandaag blijft evolueren, terug te vinden. Bijgestaan door verschillende personages en aangemoedigd door de inwoners van Mons verslaat de ridder de draak en redt hij de stad van het gevaar. Hij blijft vandaag een mythisch personage voor de stad Mons.
Het schrijn van Sint-Joris wordt het hele jaar door bewaard (behalve in de periode van de Ducasse) in een kapel in de buurt van het koor (zesde kapel, rechts van de ingang). De drie lansen van Sint-Joris worden er ook tentoongesteld.
Keer terug en ga naar het hartje van het Stadhuis. Neem de gewelfde gang die leidt naar Jardin du Mayeur. Nadat u langs het standbeeld van de Ropieur gepasseerd bent, gaat u naar rechts en staat u tegenover de oude Mont-de-Piété (Berg van Barmhartigheid).
Om de inwoners van Mons en de bezoekers te sensibiliseren voor de erfgoedrijkdommen voorziet de Stad Mons in 2015 de opening van het “Musée du Doudou”, gewijd aan de rituele Ducasse en de legende van Sint-Joris. Het museum heeft het begrijpen en uitleggen van de verschillende aspecten van dit universeel en eeuwenoude verhaal als doel. Het thema van Sint-Joris en de draak, tussen realiteit en fantasie, zal de rode draad zijn van het scenografisch parcours. Het museum zal voorwerpen herbergen die afkomstig zijn uit collecties uit Mons alsook verschillende technologische voorzieningen. Het “Musée du Doudou” zal gelegen zijn in de oude Mont-de-Piété, die gebouwd werd in 1625 en momenteel gerenoveerd wordt. De plek was oorspronkelijk het kantoor van een “liefdadigheidsbank”, die geld uitleende in ruil voor het lenen van persoonlijke voorwerpen. Ga voor meer informatie naar www.museedudoudou.mons.be.