Jacques Du Broeucq (1505-1584) is een kunstenaar uit Mons (na zijn vermoedelijke geboorte in Saint-Omer, bracht hij het grootste deel van zijn leven door in Mons) die tijdens de renaissance veel aanzien kreeg. Hij was zowel architect als beeldhouwer. Deze enorme ambachtsman wordt vaak vergeleken met Michelangelo. Hij was dan ook een veelgevraagd figuur door de grote namen uit zijn tijd. Zo werkte hij voor Keizer Karel V en Maria van Hongarije. Ook was hij in Italië aan de slag als meester van beeldhouwer Jean Boulogne (ook gekend als Giambologna), een van de op dat moment meest geprezen kunstenaars. Jacques Du Broeucq reisde door heel Italië en stak veel op van de grote namen uit die tijd. In 1530 keerde hij terug naar Mons, waar hij tot aan zijn dood zou leven zonder nakomelingen. Hij maakte zijn reputatie al snel waar. Zo ontwierp hij in Henegouwen verschillende schitterende gebouwen (de kastelen van Boussu, van Binche en van Mariemont), die met de tijd en door invloed van oorlogen helaas verdwenen zijn. Desondanks zijn verschillende van zijn kunstwerken bewaard gebleven, zeker in de Collegiale Sint-Waltrudiskerk in Mons.

Een heropgeviste kunstenaar

Het bekendste kunstwerk van de hand van Jacques Du Broeucq is zonder twijfel het koorhek van de Collegiale Sint-Waltrudiskerk, al heeft het lang geduurd tot deze aan hem werd toegeschreven. Dankzij verschillende onderzoeken slaagden twee Bergense geleerden, A. Lacroix en L. Devillers, erin om officiële erkenning te krijgen voor de kunstwerken van Du Broeucq. Begin 20ste eeuw maakt R. Hedicke (universiteit van Straatsburg) een monografie over de kunstenaar. Deze vermeldt alle bronnen die naar de meesterkunstenaar verwijzen, zodat deze nooit meer vergeten zou kunnen worden. Vandaag tellen we tal van werken die duidelijk maken welke rol Du Broeucq heeft gespeeld in de geschiedenis van Mons en in haar erfgoed en die de kwaliteiten van de kunstenaar onderstrepen.

Zijn geloof

In tegenstelling tot zijn tijdsgenoten was Du Broeucq in hoofdzaak humanist. Zijn geloof in God verhinderde hem niet om oorlogen in zijn naam te veroordelen. Ondanks het oprukkende protestantse geloof in de regio van Mons, zal de reformistische beweging al snel onderdrukt worden. Tussen 1548 en 1573 vallen er een veertigtal slachtoffers als gevolg van de Inquisitie. Als protestant en aanhanger van de reformatie stond ook Du Broeucq op de lijst van ter dood veroordeelden. Gelukkig werd hij gespaard dankzij de tussenkomst van de kanunnikessen van Sint-Waltrudis, al moest hij daarvoor wel aan bepaalde voorwaarden voldoen: het protestantisme afzweren, verscherpte controle aanvaarden en een standbeeld maken uit albast voor hun collegiale (voor het altaar van de kapel ter ere van Sint-Bartholomeus, de patroonheilige van de looiers van Mons). Volgens specialisten zou Jacques Du Broeucq trouwens zijn eigen gelaat gebruikt hebben om de heilige uit te beelden.