Mons Memorial Museum
MUSEUM
Door haar strategische positie was de Stad Mons in de loop van haar geschiedenis het toneel van heel wat confrontaties. De stad werd versterkt in de 12de eeuw en heeft talrijke gevechten, belegeringen, branden en reconstructies meegemaakt. Buiten de perioden van bezetting huisvestte de stad in tijden van vrede ook heel wat garnizoenen die naast de gewone bevolking leefden. Deze verplichte omgang tussen soldaten en inwoners vormden de gemeenschap van Mons achter de versterkte stadswallen. Na de definitieve afbraak van de wallen vanaf 1861 kon de stad verder uitbreiden, maar er was echter geen sprake van duurzame vrede. In de 20ste eeuw valt Mons twee keer ten prooi aan conflicten en vijandelijke bezetting.
De tragische gebeurtenissen die Mons doorstaat tijdens de Eerste Wereldoorlog zetten aan tot een algemene herdenkingsplicht. In de jaren ’30 komt er een sectie die gewijd is aan de Groote Oorlog in het Musée du Centenaire dat toen gevestigd was in de Berg van Barmhartigheid. Dat deel van het gebouw wordt al snel een volwaardig museum en wordt heel eenvoudig het ‘Oorlogsmuseum’ genoemd. De collectie van dit museum wordt na de Tweede Wereldoorlog helaas uitgebreid met nieuwe voorwerpen… In 1996 wordt het drukbezochte museum herdoopt tot het ‘Musée d’histoire militaire’. Vier jaar later verlaat het zijn locatie in de Jardin du Maïeur. Een deel van de collecties wordt tijdelijk ondergebracht in een gebouw van de rue de Houdain en blijft toegankelijk voor het publiek.
Het is tijd om een nieuwe museumruimte te voorzien die voldoet aan de hedendaagse verwachtingen op vlak van museologie en scenografische omlijsting. Het project van het Mons Memorial Museum wordt gelanceerd en de opening is voorzien in april 2015. Een museum, een plaats om na te denken of om zich vragen te stellen… dit nieuwe museum is meer dan louter een tentoonstellingsruimte, het nodigt uit tot een plaats voor ontmoetingen en uitwisselingen tussen generaties midden in een herdenkingsgebied dat getekend werd door de twee wereldoorlogen van de 20ste eeuw.
Het Mons Memorial Museum beslaat bijna 3.000 m², waarvan 1.200 m² bestemd is voor een permanent parcours met een chronologische indeling.
De eerste ruimte biedt een algemene inleiding en toont bezoekers hoe ver het militaire verleden van de streek teruggaat, van de middeleeuwen tot het ancien régime en de 19de eeuw. De Groote Oorlog krijgt een centrale plaats in het museum met een dubbel parcours dat de ervaringen naar voor brengt van zowel burgers als soldaten aan het front tijdens de oorlog.
De ruimte voor de Tweede Wereldoorlog is eveneens aanzienlijk en sluit aan op het parcours.
Ook hier staat de complexe relatie tussen de bezetters en inwoners centraal en beoogt men om de verschillende kloven te belichten die de maatschappij verdeelden volgens de ideologische opvattingen die tussen 1940 en 1944 de noties van overtuiging, patriottisme, legitiem en illegitiem geweld beïnvloed hebben. Bepaalde burgers trokken het uniform van de vijand aan terwijl de hele maatschappij onder het juk staat van een macht die - desnoods door massavernietiging - beoogde om de mens te veranderen. Anderen kozen voor clandestiniteit. Hun verzet tegen de bezetter werd op uiteenlopende manieren geuit: spionage, sabotage, vluchtkanalen, hulp aan dienstweigeraars, clandestiene kranten…
Het terrorisme van de bezetter had tot tegengeweld geleid. De bezoeker wordt geconfronteerd met de harde realiteit van het dagelijkse leven indertijd, een thema dat een groot deel van de ruimte voor de Tweede Wereldoorlog inneemt.
Hiermee wil men niet alleen de bijzonderheden van de geschiedenis van Mons naar voor brengen, maar ook de bezoeker ertoe aanzetten om zich- aan de hand van het verleden van de stad en streek - vragen te stellen over de specifieke realiteit die zich afspeelde in alle regio’s van België tijdens de oorlog. Het permanente parcours van het Mons Memorial Museum voorziet talrijke getuigenissen die dienst doen als leidraad bij het bezoek. De tentoongestelde
voorwerpen die geselecteerd werden uit de meer dan 5.000 items die de collecties voor militaire geschiedenis van de Stad Mons rijk zijn, komen tot leven aan de hand van brieven, notitieboekjes en interviews en geven de behandelde onderwerpen een persoonlijk accent. De tentoongestelde stukken zijn gekozen voor hun historische belang, maar ook voor hun verhaal en de emotie die ze teweegbrengen om zo de bezoekers aan te sporen tot nadenken bij deze menselijke ervaringen en tijdopnamen. Deze anonieme of bekende levensverhalen vertellen op een subjectieve wijze over de contrastrijke relaties tussen de bezetters en inwoners, tussen de burgers en militairen.
Naast getuigenissen van Britten, Amerikanen, Canadezen of Belgen komen ook Duitsers aan het woord om de internationale gebeurtenissen die aan bod komen in het museum een extra dimensie te geven.
Langs het parcours staan verschillende multimedia- installaties naar een ontwerp van Christian
Barani en zijn team opgesteld. Ze bieden bezoekers een interactief intermezzo om even stil te staan bij de beschouwingen en pauzes langs het parcours. De inhoud die deze installaties brengen, is weloverwogen en houdt altijd verband met het centrale thema van de scenografische elementen. Er werken tal van historici mee aan het project om de complexiteit van de gebeurtenissen die in de nieuwe museumruimte voorgesteld worden, zo goed mogelijk weer te geven. Hier beogen ze om de bezoekers middelen aan te reiken waarmee
ze de getuigenissen in een juiste historische context kunnen plaatsen.
Het scenografische parcours wordt aangevuld door een ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen die een extra dimensie zullen toevoegen aan het bezoek. De museumsite beschikt ook over een cafetaria, een conferentiezaal, een bemiddelingszaal voor schoolgroepen, enz.
« Een nummer, een lotsbestemming. In dienst van Napoleon”
Wat zou u kiezen? In naam van Frankrijk en Napoleon Europa gaan veroveren of in Mons blijven wonen en uw dagelijks leven zien veranderen onder invloed van de Revolutie? Hoe zou u zich voelen als deze keuze u niet aanging, maar door een onverschillige, meedogenloze loting werd bepaald?
Op de tentoonstelling EEN NUMMER, EEN LOTSBESTEMMING. IN DIENST VAN NAPOLEON kunt u de dienstplicht onder de Franse gevestigde regimes in ons land, tussen de slag bij Jemappes (1792) en de slag bij Waterloo (1815), herbeleven en u onderdompelen in een tijdperk waar het lot van onze voorouders slechts door het toeval werd beslecht.
Zodra de bezoeker de tentoonstellingsruimte binnenkomt, wordt hem/haar een nummer toegewezen en wordt hij/zij via een loting naar een van de twee alternatieve lotsbestemmingen geleid: het dagelijks leven van de dienstplichtigen onder de Franse vlag of het leven van de burgers die zijn thuisgebleven.
De bezoeker komt als dienstplichtige uit de bus? Hij/zij ontdekt het leven van de soldaten die naar een andere uithoek van Europa trokken om er tegen de vijanden van Frankrijk te strijden. Aan de hand van schrijnende brieven van deze soldaten en een reeks dagelijkse voorwerpen, wordt de bezoeker tijdens dit parcours ondergedompeld in de lange marsen van de soldaten van de garde van Napoleon. Ze worden geconfronteerd met het slaaptekort, de trek naar eten
en de gebrekkige hygiëne die kenmerkend waren voor het avontuurlijke bestaan dat door de ronselaars werd beloofd. Voor een derde onder hen had dit avontuur trouwens een fatale afloop. Hun overlijden was zelden zo heldhaftig als in de schilderijen, maar altijd even pijnlijk. Het dagelijks leven van de bezoeker die een burgerbestaan blijft leiden, zal – net als dat van de personen die in Mons achterbleven – echter worden overhoopgegooid. Denk maar aan de invoering van een nieuwe kalender, de schrapping van religieuze verwijzingen, de verwerving van het stemrecht, de toegang tot een nieuwe, gigantische economische
markt en nieuwe culturele invloeden. Uit talloze administratieve, urbanistische, culturele en economische overblijfselen van de Fransen uit die tijd blijkt hoe het antiklerikalisme, het economisch beleid en de propaganda van het nieuwe Franse regime het dagelijks leven van de voormalige inwoners van Mons wijzigden.
De nieuwe museumruimte komt op de site van de Machine à Eau. Dit opmerkelijke gebouw is
prominent aanwezig in de burgerlijke, architecturale en stedenbouwkundige geschiedenis van de Stad Mons. Het werd begin van de jaren ’90 gerestaureerd en vormt nu een volwaardig onderdeel van een ambitieus architecturaal complex. Het historische gebouw wordt aan beide zijden aangevuld door een eigentijdse vleugel die het geheel perfect doen kaderen binnen de nieuwe bestemming. Architecten Pierre Hebbelinck en Pierre de Wit wilden samen met hun teams een antwoord bieden op twee belangrijke stedelijke componenten. De eerste is gebaseerd op observaties van een belangrijk keerpunt in de ontwikkeling van de stad
Mons. In de 19e eeuw werden de wallen van de stad afgebroken om gebouwen met een burgerlijke functie op te trekken (station, ziekenhuis, gevangenis, scholen, Machine à Eau, …). Het historische gebouw staat voor een algehele verandering in de gedragingen van een maatschappij in beweging. Het gaat om dezelfde scharnierperiode tussen de twee grote thema’s van het Mons Memorial Museum. Een tijd van verdediging en geslotenheid,
en de overgang naar een tijd van openheid en vooruitgang die des te meer vatbaar is voor agressie. Dit scharnierbeeld heeft de architecten overtuigd van het belang om het historische gebouw te gebruiken als spil voor het project. De Machine à eau is het punt van convergentie, onthaal en begin van de bezoeken. Het moet een middelpunt van ontmoetingen worden in een complex van meer dan 3.000 m².
De tweede component waarmee rekening werd gehouden, is de desintegratie van de onmiddellijke omgeving van het gebouw, een geheel aan onbestemde ruimten die de positionering van de Machine à eau in de structuur van de stad grondig destabiliseren.
De architecten willen dit verval verhelpen door weer een doorlopend front te voorzien op de hoek van de boulevard Dolez. De nieuwe installaties moeten van dusdanige aard zijn dat ze voor typologische continuïteit zorgen en de identiteit van de oude gebouwen in stand houden.
De uitbreidingen zullen twee essentiële elementen verder uitwerken. Het eerste is het open en lichte aspect van het bestaande hoofdgebouw. Er is een aanzienlijk overhangend gedeelte voorzien dat symbool staat voor de inspanningen die geleverd worden voor vrede en de precaire balans ervan. De opaciteit of de specifieke openingen in de bijgebouwen moeten contrasteren met de kenmerken van de Machine à eau en de introspectieve aard naar voor brengen van de werken die tentoongesteld worden langs het parcours.
De architectuur beantwoordt aan een welbewust scenario van het wetenschappelijke en museografische team. Het aanbod in het museum volgt de chronologie van de bijzondere geschiedenis van Mons voor wat betreft de co-existentie tussen burgers en militairen. Het natuurlijke licht van de Machine à eau ondersteunt als het ware de perioden van vrijheid. Langs het parcours wordt dit licht gedoseerd en gekleurd, er is een zachte helling voorzien waardoor de bezoekers voelbaar door conflictperioden stappen. De zin van de materialen die gebruikt worden in het Mons Memorial Museum wordt ingevuld ter plaatse, met name licht (nadrukkelijk aanwezig in de Machine à eau en gericht op de werken langs het parcours), herdenking (opwaardering van het geklasseerde gebouw) en geschiedenis.
De drie voornaamste materialen van het historische gebouw keren terug in de nieuwe vleugels en de binneninrichting:
• Staal: metaal is belangrijk in oorlogstijden, maar is ook een symbool van welvaart in de overgangsperioden. Het gebruik ervan in de museografie verwijst ook naar de vensterkruisen van de grote glaspartijen van het hoofdgebouw.
• Baksteen: de welbewuste monolithische vorm van de zijvleugels wordt uitgevoerd in baksteen als verwijzing naar de vroegere stadswallen.
• Glas: ruim aanwezig op de gevels met ijzeren vensterkruisen en gebruikt voor de bressen en openingen in de zijvleugels. Deze lichtopeningen worden op strategische plaatsen langs het
parcours geplaatst om de blik van de bezoekers te richten op geselecteerde punten buiten.
De herbestemming van de directe omgeving met betrekking tot het parcours vormt een ander belangrijk aspect van het project. De architecten wilden ook buiten een wandelparcours voorzien in aanvulling op het bezoek binnen. Bezoekers zullen via het gebouw naar de rand van de vijver kunnen gaan. Onder het overhangende gedeelte van het gebouw wordt een herdenkingsruimte ingericht waar bezoekers die dit wensen een moment van