Plaats van het werk: Place de Ghlin

Nadat Blancbec tien jaar lang onder het pseudoniem VEKS deel uitmaakte van de graffitibeweging, slaat hij begin 2000 nieuwe paden in.
Dat jaar ontwikkelt hij zijn eerste doeken met geometrische opschriften, geïnspireerd op de graffitikunst.
In 2002 staat hij versteld van de handgeschilderde en beplakte affiches die hij in Barcelona aantreft.
Een techniek die hem enorm aanspreekt en waarmee hij zijn atelier en de stad met elkaar kan verweven. Hij besluit om ermee aan de slag te gaan!
Geleidelijk aan groeien zijn initiële geometrische geschriften uit tot personages. Op een bepaald moment maakt het figuur van de vogel zijn intrede.
Hij laat de doeken even voor wat ze zijn en maakt plaats voor papier.
Begin 2003 verschijnen zijn eerste affiches van vogels op de Brusselse muren, de eerste van hun soort in de stad.
De vogel en de kunstenaar gaan vanaf dan als “BlancBec” door het leven, een naam die verwijst naar het gebrek aan ervaring van de kunstenaar en naar de duidelijke rol van de vogel.
Zijn heldere geometrische constructie en levendige chromatische gamma leiden tot een duidelijk identificeerbare stijl.
Sindsdien is zijn leefwereld verrijkt met verschillende moedige protagonisten, die hij via nieuwe ondergronden en technieken uitbeeldt.
De kunstenaar Blancbec wordt regelmatig tentoongesteld en tot op vandaag duiken zijn werken op in steden.


Zijn fresco "Les chasseurs d'orteils' (de tenenjagers) is een bewerking van de stadslegende "Les Coupeux d'Artoilles", de bijnaam voor de inwoners van Ghlin. Het verhaal van de kunstenaar is verweven met het universum van Gulliver. Het beschrijft de ontmoeting tussen een stroper en de levende zielen uit de vallei die hun bos proberen te beschermen. Het einde van deze aanvaring eindigt met een 'tenenfeest' rond een kampvuur.