Plaats van het werk:  Rue de la Halle, 5 in Mons
Hell’O is het Belgische kunstenaarsduo Jérôme Meynen en Antoine Detaille. Beiden komen uit de wereld van de graffiti en hebben opschriften en spuitbussen achter zich gelaten. In plaats daarvan kozen ze voor papier, schilderkunst, inkttekeningen en installaties. Samen hebben deze twee kunstenaars een hele ontwikkeling doorgemaakt in een rijk en intrigerend grafisch universum. Deze ontwikkeling gaat nog steeds onophoudelijk verder, en het aantal referenties neemt snel toe. Vreemde dieren, kleine personages en aseksuele wezens verwijzen naar de fantastische wereld van fabels en sprookjes. Hun werk roept ook een surrealistisch en dromerig, mysterieus en verontrustend universum op via thema's zoals wreedheid, optimisme, falen, hoop en de dood. De werken van dit kunstenaarsduo werden al zo'n twintig keer individueel tentoongesteld, zoals in 2018 in het BAM ( Beaux-Arts Mons [Museum van Schone Kunsten van Mons]). Daarnaast werden ze opgenomen in een dertigtal groepstentoonstellingen in onder andere Spanje, België, de Verenigde Staten, Frankrijk en China. Deze twee uit Mons afkomstige kunstenaars beschouwen zichzelf vooral als muralisten, die de muur behandelen als een doek. Meer specifiek bevindt hun artistieke benadering zich op de grens tussen een uitdrukking van de straat en een uitbreiding van de muren van musea. Dat is de basis van hun originaliteit. Wij staan hier ontegensprekelijk oog in oog met een optimistisch en positief werk, dat een bijzonder kalmerende en introspectieve invloed heeft. Nochtans bestaat deze muurschildering uit 16 gefragmenteerde vierkanten die precies even groot zijn en zonder enig aanduiding van de leesrichting: “De muur en de 16 van elkaar onafhankelijke dragers zijn zodanig uitgewerkt dat de toeschouwer een reis doorheen de tijd en verschillende stijlen maakt: figuratie, abstractie, verwijzingen naar de tijd, modernisme, classicisme...” leggen de twee kunstenaars uit. Tegen de achtergrond van de parkingarchitectuur tonen ze een absoluut respect voor de verscheidenheid aan vlakken en materialen. Ze benadrukken enkel een ritme van vierkanten in de gevel waarop ze 16 gekleurde vlakken aanbrengen in een harmonische en subtiele relatie met de architectuur. De eenheid van de 16 muurschilderingen wordt enerzijds uitgedrukt in de chromatiek van de harmonieuze en synthetiserende pasteltinten, en anderzijds in de kwetsbare, lichte en grafische techniek van de tekeningen. Het is echter ook interessant om de speciale manier waarop de personages gestileerd worden van dichterbij te bekijken, zoals bijvoorbeeld het aseksuele lichaam dat zich uitstrekt zonder enig volume; soms zijn de personages enkel een hoofd of twee benen die uitgetrokken worden in de vorm van een veter. In meer abstracte vierkanten glippen de vluchtpunten weg in de ruimte zonder dat er ooit een achtergrond in verhouding tot een voorgrond tot uitdrukking komt; de grote kleurvlakken met harmonieuze kleuren bevestigen de vlakke dimensie van de muur. In deze compositie met 16 panelen zijn er slechts twee identiek. Zij bevinden zich naast elkaar als de gefixeerde blik van twee gestileerde ogen die zich in het midden van de architectuur bevinden. Het oog is een essentieel grafisch element in het werk van de kunstenaars. Het heeft door de jaren heen een centrale plaats komen in te nemen in de meeste van hun werken. Deze muurschildering in Mons is daar geen uitzondering op. Het oog is volgens het kunstenaarsduo een voorstelling van al wat leeft in de eenvoudigste uitdrukking die op zichzelf voldoende is en geen lichaam of hoofd nodig heeft. Enkel het oog bestaat. De tijdelijkheid wordt vloeibaar in deze organische en semi-figuratieve vormen die zich uitstrekken en verspreiden over oppervlakten zonder onderbreking, zonder kracht, zonder spanning; er is enkel een visuele uitbreiding die tot uitdrukking komt in de vlakheid van de oppervlakte en die elk illusoir effect van diepte of van een mimetische weergave van de werkelijkheid afwijst. In de plaats daarvan komt een tijdeloze, meditatieve rust.