De Bergense bibliotheekkast / Jan is de Man
Plaats van het werk: Gevel van het café 'Aux arme de Nimy', Rue des Viaducs 206 - 7020 Nimy
Jan is de Man is gespecialiseerd in het uitbeelden van illusionaire monumentale boekenkasten die hij in grote steden op de gevels schildert. Het fresco bevindt zich op een symbolische plaats, namelijk op een gevel bij de Place de Nimy, langs een van de belangrijkste invalswegen van Bergen. Het werk kreeg de naam Bibliothèque de Nimy. Zowel stijl als omvang dragen bij tot het unieke karakter van het fresco; alleen al door de pracht die het tentoonspreidt palmt het het volledige oppervlak van de gevel in. Niet zozeer het technische vernuft, dan wel de grote aandacht voor de iconografie waar de kunstenaar op elk deel van het fresco van getuigt, is het vermelden meer dan waard. Er werd dan ook niets aan het toeval overgelaten! De bibliotheekkast is de meest intieme en waardevolle ruimte die men in een huis aantreft; men stoot er op verborgen en vaak vergeten schatten die diep in ons geheugen verscholen liggen. Tegelijk is het een aaneenschakeling van kennis en van verhalen die van vader op zoon werden voorgelezen en overgedragen... Openbare bibliotheken daarentegen kennen, net als musea, een gemeenschappelijke geschiedenis. Dit collectieve geheugen van Nimy vormt het hoofdthema van dit fresco. Een optische illusie op stadsschaal, gelegen aan de straatkant, blaast een intiem maar verloren geraakt verhaal nieuw leven in; een verhaal dat toebehoort aan de families van dit gehuchtje aan de voet van Bergen. De geschiedenis van Nimy wordt al te vaak gelijkgesteld met die van Bergen, wat in meerdere opzichten wat ondankbaar is. Toch is deze overeenkomst niet geheel onterecht: de verhalen van beide gemeentes doorkruisen elkaar en zijn vaak met elkaar verweven; de stadsmuren, de kapittel van Sint-Waltrudis, de loop van de Hene-rivier, de industrialisatie en de grote veldslagen. Het dorpje Nimy ligt langs de weg naar Brussel, op een paar honderd meter van een van de grootste invalswegen van de 'stad van de Doudou'. Nimy en Bergen liggen zo dicht bij elkaar dat de bebouwing van beide gemeenten in elkaar overvloeit. Dankzij deze ligging is Nimy uitgegroeid tot een uiterst belangrijke doorgangsweg, die het dorp in twee delen splitst. Toch heeft dit stadje heel wat grootse momenten achter de rug. Terwijl er vandaag vooral gezinnen wonen, was het ooit een van de belangrijkste industriegemeenten uit de streek: ijzerfabrieken, staalbedrijven, 'faïenceries' en... pijpfabrieken. Een ware lokale specialiteit, die enkele wereldvermaarde figuren van de plaatselijke nijverheid heeft opgeleverd zoals Nihoul en Scouflaire. Alles begint met de oprichting van een faïencefabriek in Nimy rond 1789, vlakbij de Hene-rivier en haar molens. Op dat moment behoort onze streek tot de Oostenrijkse Nederlanden. Tijdens deze periode verleent keizer Jozef II de faïencerie van Nimy zelfs de prestigieuze titel van 'Keizerlijke en Koninklijke fabriek'. In 1810 werken er bijna 250 arbeiders. De fabriek blijft actief tot 1950, waarna vier jaar later de gebouwen worden gesloopt. Tijdens de bijna 2 eeuwen durende activiteit waren er arbeiders aan de slag, van wie de meesten afstamden van oude faïenciers-families, een ambacht die in Nimy van vader op zoon werd overgedragen. Behalve huishoudartikelen fabriceerde de faïencerie ook met figuren versierde toortsen, porseleinwerk 'Belgique et Champêtre', zoals u er op dit illusionaire werk een kunt onderscheiden. Hierbij mogen we zeker niet de pijpen vergeten met hoofden van vrouwen, ouderen, soms zelfs met erotische onderwerpen. Een volledige lokale economie ontwikkelt zich rond dit thema, gekenmerkt door de artistiek bijzondere versiering van 'pijphoofden' die men tot begin vorige eeuw overal in Nimy aantrof. Unieke voorwerpen binnen hun genre, die vandaag helaas volledig vergeten zijn. Ten slotte valt ons oog op een gedenkplaat ter herinnering aan de moed van luitenant Dease en soldaat Godley. Deze gedenkplaat bevindt zich vlak bij de brug van Nimy. Deze belangrijke historische gebeurtenis zit gegrift in tal van geheugens, zowel bij inwoners van Nimy als bij Engelsen. Het mag dus niet verbazen dat het eerste Victoria Cross dat de Britse regering tijdens de Grote Oorlog uitreikte, de moed van soldaat Godley erkende. In z'n eentje slaagde hij erin om twee uur lang de brug van Nimy te beschermen tegen de talrijke soldaten uit het Duitse kamp. Dankzij dit wapenfeit kan het bataljon zich zonder verliezen terugtrekken. We staan ook even stil om elk werk van nabij te bekijken, dat elk op zijn beurt een stukje gemeenschappelijke geschiedenis van Nimy en Bergen vertelt.
Jan is de Man is gespecialiseerd in het uitbeelden van illusionaire monumentale boekenkasten die hij in grote steden op de gevels schildert. Het fresco bevindt zich op een symbolische plaats, namelijk op een gevel bij de Place de Nimy, langs een van de belangrijkste invalswegen van Bergen. Het werk kreeg de naam Bibliothèque de Nimy. Zowel stijl als omvang dragen bij tot het unieke karakter van het fresco; alleen al door de pracht die het tentoonspreidt palmt het het volledige oppervlak van de gevel in. Niet zozeer het technische vernuft, dan wel de grote aandacht voor de iconografie waar de kunstenaar op elk deel van het fresco van getuigt, is het vermelden meer dan waard. Er werd dan ook niets aan het toeval overgelaten! De bibliotheekkast is de meest intieme en waardevolle ruimte die men in een huis aantreft; men stoot er op verborgen en vaak vergeten schatten die diep in ons geheugen verscholen liggen. Tegelijk is het een aaneenschakeling van kennis en van verhalen die van vader op zoon werden voorgelezen en overgedragen... Openbare bibliotheken daarentegen kennen, net als musea, een gemeenschappelijke geschiedenis. Dit collectieve geheugen van Nimy vormt het hoofdthema van dit fresco. Een optische illusie op stadsschaal, gelegen aan de straatkant, blaast een intiem maar verloren geraakt verhaal nieuw leven in; een verhaal dat toebehoort aan de families van dit gehuchtje aan de voet van Bergen. De geschiedenis van Nimy wordt al te vaak gelijkgesteld met die van Bergen, wat in meerdere opzichten wat ondankbaar is. Toch is deze overeenkomst niet geheel onterecht: de verhalen van beide gemeentes doorkruisen elkaar en zijn vaak met elkaar verweven; de stadsmuren, de kapittel van Sint-Waltrudis, de loop van de Hene-rivier, de industrialisatie en de grote veldslagen. Het dorpje Nimy ligt langs de weg naar Brussel, op een paar honderd meter van een van de grootste invalswegen van de 'stad van de Doudou'. Nimy en Bergen liggen zo dicht bij elkaar dat de bebouwing van beide gemeenten in elkaar overvloeit. Dankzij deze ligging is Nimy uitgegroeid tot een uiterst belangrijke doorgangsweg, die het dorp in twee delen splitst. Toch heeft dit stadje heel wat grootse momenten achter de rug. Terwijl er vandaag vooral gezinnen wonen, was het ooit een van de belangrijkste industriegemeenten uit de streek: ijzerfabrieken, staalbedrijven, 'faïenceries' en... pijpfabrieken. Een ware lokale specialiteit, die enkele wereldvermaarde figuren van de plaatselijke nijverheid heeft opgeleverd zoals Nihoul en Scouflaire. Alles begint met de oprichting van een faïencefabriek in Nimy rond 1789, vlakbij de Hene-rivier en haar molens. Op dat moment behoort onze streek tot de Oostenrijkse Nederlanden. Tijdens deze periode verleent keizer Jozef II de faïencerie van Nimy zelfs de prestigieuze titel van 'Keizerlijke en Koninklijke fabriek'. In 1810 werken er bijna 250 arbeiders. De fabriek blijft actief tot 1950, waarna vier jaar later de gebouwen worden gesloopt. Tijdens de bijna 2 eeuwen durende activiteit waren er arbeiders aan de slag, van wie de meesten afstamden van oude faïenciers-families, een ambacht die in Nimy van vader op zoon werd overgedragen. Behalve huishoudartikelen fabriceerde de faïencerie ook met figuren versierde toortsen, porseleinwerk 'Belgique et Champêtre', zoals u er op dit illusionaire werk een kunt onderscheiden. Hierbij mogen we zeker niet de pijpen vergeten met hoofden van vrouwen, ouderen, soms zelfs met erotische onderwerpen. Een volledige lokale economie ontwikkelt zich rond dit thema, gekenmerkt door de artistiek bijzondere versiering van 'pijphoofden' die men tot begin vorige eeuw overal in Nimy aantrof. Unieke voorwerpen binnen hun genre, die vandaag helaas volledig vergeten zijn. Ten slotte valt ons oog op een gedenkplaat ter herinnering aan de moed van luitenant Dease en soldaat Godley. Deze gedenkplaat bevindt zich vlak bij de brug van Nimy. Deze belangrijke historische gebeurtenis zit gegrift in tal van geheugens, zowel bij inwoners van Nimy als bij Engelsen. Het mag dus niet verbazen dat het eerste Victoria Cross dat de Britse regering tijdens de Grote Oorlog uitreikte, de moed van soldaat Godley erkende. In z'n eentje slaagde hij erin om twee uur lang de brug van Nimy te beschermen tegen de talrijke soldaten uit het Duitse kamp. Dankzij dit wapenfeit kan het bataljon zich zonder verliezen terugtrekken. We staan ook even stil om elk werk van nabij te bekijken, dat elk op zijn beurt een stukje gemeenschappelijke geschiedenis van Nimy en Bergen vertelt.