Sculpturen en bas-reliëfs van Du Broeucq luisteren de Collegiale op verschillende plekken op. Elk van deze werken ademt een bepaalde emotie en tegelijk zijn ze zo gemaakt dat ze bijna levend lijken te zijn.

De Zeven Deugden

Zeven standbeelden in het koor van de kerk. Onder andere:
De drie goddelijke of theologale deugden (1543-1544): Fides (Geloof), Spes (Hoop) en Caritas (Naastenliefde), opgesteld rond het hoofdaltaar. De eerste sluit de Eucharistie af van het gevaar van de Ontrouw, terwijl de tweede naar de hemel reikt. Naastenliefde tenslotte poseert samen met een aantal kinderen.
De 4 kardinale deugden (1544): Rechtvaardigheid, Gematigdheid, Voorzichtigheid en Moed staan per paar opgesteld langs het smeedijzeren rooster uit de 19de eeuw dat het koor afschermt. De eerste kun je herkennen aan het zwaard in haar ene hand en de weegschaal in de andere. Temperantia (Gematigdheid) bedient de teugels en Prudentia (Voorzichtigheid) draagt een spiegel en heeft een slang rond haar arm. Fortitudo (Kracht) verschijnt dan weer met een olijftak en breekt een pilaar.
 
Alle zeven standbeelden onderscheiden zich dankzij hun uiterst precieze details en slankheid. Hun geraffineerde houding straalt een zekere sensualiteit uit, zeker in combinatie met de lichte en soepele vlag die hun lichaam gedeeltelijk bedekt.

De reliëfs

Er zijn verschillende reliëfs in de Collegiale. Eerst en vooral de drie die verwerkt zijn in het hoofdaltaar: Het Laatste Avondmaal (1544), de Ecce Homo (1546) en de terechtstelling van Jezus (1546) zijn exemplarisch voor het maniërisme (uitgerekte vormen, onrealistische evenwichtshoudingen, dissonantie qua perspectieven en overdreven arrangementen). Aan de zuidelijke beuk van het transept vinden we nog twee grote reliëfs met identieke kenmerken: de Geseling (1545) en de Kruisdraging (1545).
 
Daarnaast verschijnen ook drie tondo's (1540-1541) aan de voet onder de verschillende bogen van het koorhek, die verwijzen naar de drie personages van de Heilige Drievuldigheid, namelijk de Vader (in De Schepping van Eva), de Zoon (in Het Laatste Oordeel) en de Heilige Geest (in De Triomf van de Religie). Hier maakt Jacques Du Broeucq gebruik van het ronde kader en de holle achtergrond om dynamische en concentrische composities te integreren en zo alle perspectieven optimaal te benutten.
 

De Verrijzenis

Deze reliëf van de hand van De Broeucq uit 1547 verdient meer aandacht. Ten eerste omdat het het grootste bewaarde reliëf is uit de Lage Landen (192 x 250 cm). Maar ook omdat het zijn enige gesigneerde Bergense werk is, alhoewel het initieel enkel door de dames uit de kapittel kon worden aanschouwd en door enkele zeldzame bevoorrechten die toegang kregen tot het koor van de kerk. Vandaag bevindt de Verrijzenis zich in de noordelijke beuk van het transept, waar het de personages op ware grootte afbeeldt. Een dergelijke voorstelling is uitzonderlijk. Nog uitzonderlijker echter is de extreem uitgewerkte afbeelding van één personage, namelijk Jezus die opstijgt uit zijn graf. Zo vormt het een typisch symbool van de christelijke Verrijzenis, met verwijzing naar overwinning en bevrijding.