De Hauts-Pays van Wallonië worden vaak een ‘parel van de natuur’ genoemd. Ten zuiden van Mons kunnen bezoekers in het natuurpark genieten van de ongerepte natuur. 
 

Een oase van rust 

« J'ai pour voisin et compagnon

Un vaste et puissant paysage

Qui chante et luit comme un visage

Devant le seuil de ma maison »

(Mijn buur en metgezel is een weids en machtig landschap, dat zingt en glanst als een gezicht voor de drempel van mijn huis)
 

Emile Verhaeren – Flammes Hautes

Wanneer Emile Verhaeren in 1898 voor het eerst naar de Hauts-Pays komt, is de dichter diep onder de indruk van de natuur. In Roisin, een klein dorpje van de gemeente Honnelles, vindt hij een unieke oase van rust die hij nooit beu raakt. Van 1899 tot 1914 trekt hij er vijftien jaar lang door bossen en velden op uit om te herbronnen. Op een dertigtal kilometer ten zuiden van Mons biedt het natuurpark van de Hauts-Pays een stukje volledig ongerepte natuur. Wandelaars worden er begeleid door het gezang van de vogels, riviertjes gaan over in mooie watervalletjes, de valleien maken plaats voor bossen. Hier heerst rust.
 
 
 
 

Een streek om te wandelen

De streek biedt talrijke mogelijkheden en routes voor wandelaars. In het Maison du Parc Naturel (Onnezies), het Toerismebureau (Montignies-sur-Roc) of het Huis voor Toerisme van Mons zijn er kaarten verkrijgbaar. Gezinnen kunnen naar hartenlust het heuvelachtige landschap vol bossen en rivieren doorkruisen. In dit kleine stukje paradijs zijn er tal van planten en dieren te vinden. Her en der wordt het landschap onderbroken door een kasteel (het kasteel van Montignies-sur-Roc of Rampemont, de donjon van Sars ...), mooie boerderijen of een oude kerk. Het erfgoed is opvallend goed bewaard gebleven. Hier is alles authentiek en echt. Daar komen de wandelaars voor. Hier kunnen ambachtslui zich vrij uitdrukken, hun knowhow tot leven brengen en hun streek promoten. Honing, bier, chocolade en zelfs wijn ... In de Hauts-Pays is de ambacht thuis! 

 
 
 

Een streek vol legenden

In deze afgelegen streken ver van de drukke steden vertelt men graag verhalen en legenden rondom het haardvuur. Zo is er het verhaal van de smokkelaar Moneuse die met zijn bende ‘chauffeurs du Nord’ de voeten van zijn slachtoffers verhitte om ze te doen praten. In Roisin heeft er overigens een vreselijk drama plaatsgevonden. De legende van de Caillou-qui-Bique is nog opmerkelijker! In de vallei van de Grande Honnelle ligt er langs de rivier een 25 meter hoge stapel rotsen die veel nieuwsgierigen trekt. Stel u voor ... het grote blok dat als het ware nergens aan vastzit zou het werk van de duivel zijn. De duivel zou zijn rotsblok hier achtergelaten hebben toen hij naar Stavelot ging! Geen nood, dit sedimentgesteente van 370 miljoen jaar oud is absoluut veilig.